Het duurt even, maar dan heb je ook wat!

reick douwesAls eerste Senior-Restaurator van schilderijen mag ik het Keurmerk gaan voeren van het nieuwe onafhankelijke Restauratoren Register. Let wel: dit keurmerk geldt voor 5 jaar. Daarna dien ik dit keurmerk opnieuw te ‘verdienen’. Niet door de registratieprocedure helemaal opnieuw te moeten doen. Maar wel door binnen die 5 jaar een vastgesteld aantal punten te behalen waarmee ik voor een volgend lustrum dat keurmerk mag voeren. De punten kunnen worden behaald door het volgen van lezingen, symposia, NCE-modules of workshops waarmee ik laat zien dat ik mijn vakkennis op peil heb gehouden. De NCE-modules zijn nog in ontwikkeling. Vanaf het moment dat deze in werking treden en concreet worden aangeboden, treedt ook de 5-jaar regeling in werking voor prolongatie van het RR-keurmerk.

Ja, het heeft even geduurd. Dit had tweeërlei oorzaken. De eerste was gelegen in de opstartfase van dit (op)nieuw ontwikkelde register. Het specifieke en ingewikkelde karakter van de verschillende disciplines binnen de restauratie van roerend erfgoed vroeg extra nauwkeurige aandacht. Met name voor de keurende instanties vergde het een nieuw soort voorbereiding op een nieuwe ‘tak van sport’. De tweede oorzaak kwam simpelweg door de coronacrisis. Na enkele malen uitstel van steeds opnieuw geprikte data voor het slotgesprek van de keuringsprocedure, is uiteindelijk gekozen voor een onlinegesprek via Teams.

Eigenlijk was er nog een derde hobbel in het spel, namelijk het feit dat ik een restaurator ben die in de zogenaamde Overgangsregeling valt. De eerste goedgekeurde RR-restaurator, Jazzy de Groot, kon meteen beginnen met het laten zien van een UvA diploma Restauratiekunde. Ik heb zulks niet. Ik heb het vak puur op de werkvloer geleerd, van vader op zoon, van restauratoren in het veld, en door het volgen van diverse beroepsinhoudelijke bijeenkomsten. Ok, ik heb er zo’n 43 jaar opzitten en zie mijzelf als een door en door ervaren restaurator van schilderijen met de extra vaardigheid om alles wat ik heb geleerd goed over te kunnen dragen op de jongere generaties. Daarom ook de ‘titel’ Senior-Restaurator. Maar keiharde ‘bewijzen’ hiervoor zijn lastig aan te tonen aan een examinerende instantie. Het is bijna alsof je je rijbewijs krijgt door aan te tonen dat je theorie-examen goed hebt behaald. Examinatoren zouden bij wijze van spreken minstens een paar weken over je schouder moeten meekijken terwijl je restauraties uitvoert, inclusief een team van leerlingen om je heen. Dit is onuitvoerbaar, laat staan betaalbaar. Het is dus zaak dat de criteria voor toetsing van een (senior) restaurator zonder officiële goedgekeurde opleiding dusdanig zorgvuldig zijn uitgedacht dat een toetsende instelling middels een uitgebreid carrièreverslag, enkele heldere restauratierapporten en een face-to-face slotgesprek toch de overtuiging krijgt dat ze te doen heeft met een vakkundige en ervaren restaurator. Kennelijk heb ik dat goed kunnen overbrengen.

Was het veel werk? Ja en nee. Ja, omdat ik moest graven in de kelders van mijn (computer) geheugen en uit de honderden – zelfs duizenden – offertes en rapporten een 3-tal moest kiezen om in te leveren. Ja, omdat ik in de telefoon moest klimmen om, links en rechts, en van vroeger en van later, (soms al gepensioneerde) collegae te verzoeken om hun referentie. Ook het overzichtelijk en beknopter samenstellen van de duizenden foto’s en honderden filmpjes die ik in mijn bibliotheek heb, vergde best wat tijd en energie. Nee, omdat ik met een gerust hart kon en wilde vertellen over alles wat ik geleerd heb in mijn vak, inclusief het besef dat een restaurator nooit is uitgeleerd. Nee, omdat ik ruim kon aantonen wat ik had bijgedragen – en nog steeds bijdraag – aan mijn beroep met functies, workshops en andere activiteiten.

Zowel de vertegenwoordiger van het keuringsbureau als de beoordelende senior-restaurator voor mijn discipline waren alleszins geruststellend en supporting. Na goedkeuring voor mijn schriftelijke ‘huiswerk’ was er tenslotte het eindgesprek, dat ongeveer een uur á 5 kwartier heeft geduurd. Enkele kritische vragen werden gesteld over het waarom van gebruikte technieken of materialen, als ook over mijn kijk op ethische zaken in de restauratie. En ook op welke wijze ik mijn kennis heb overgedragen aan opvolgers en hoe ik dat nog steeds doe. Het was een relaxte ontmoeting met een ‘onbekende’ fellow collega en een getuige/begeleider van het keurende bureau namens de ERM.

Het is waar, dit vernieuwde en absoluut professioneler opgezette Restauratoren Register is nog maar net ‘in de lucht’. En mede omdat er een langdurig, ingewikkeld, soms onstuimig en daarmee al met al een verwarrend en weinig vertrouwenwekkend verleden aan hangt, loopt het nog niet storm met aanmeldingen. Ik zeg jullie, klaar met dit verleden! Weg ermee! What happened has happened! We staan op de drempel van het derde decennium van de 21ste eeuw en laten we met opgeheven hoofd vooruitkijken. Het vak restauratie is definitief uit de spelonken van geheimzinnigheid gekropen. Laat nu het volle licht erop schijnen. Wees openhartig en durf je te laten zien, als een van de vaklieden die in gezamenlijkheid met mede vaklieden ons cultureel erfgoed een zo lang mogelijke en stralende toekomst gunnen. Ik zeg, aarzel niet langer, heb vertrouwen in jezelf. Ga ervoor, meld je aan!

Erick Douwes
Seniorrestaurator
Harmelen, mei 2020